Aangezien er in de interne competitie weinig gebeurt, partijen worden remise gegeven met het argument dat men het niet meer ziet of weet. In andere partijen vallen stukken als rijpe appelen van de boom en wanneer men 5 stukken achter staat gaat men chagrijnig naar een stelling zitten kijken en geeft dan op met de opmerking dat er weinig meer in zit, “ of zie jij nog iets” wordt er dan aan de tegenstander gevraagd. Nou wanneer je 5 stukken voorstaat hoef je niet veel meer te zien.
Remise voorstellen worden afgeslagen in bedenkelijke stellingen. Zelf zou ik het met beide handen aangenomen hebben en, jullie weten het, ik neem niet graag genoegen met een remise. Voorspelbare uitslagen en veel afwezigen. Ja die hadden geen partij. Onbegrijpelijk. Wij zijn toch een schaakvereniging, dan zou men verwachten dat er voor gezorgd wordt dat contributie betalende Genoten een schaakpartij kunnen spelen op de clubavond.
Genoten het blundergehalte van het Genootschap zit ver boven het landelijk gemiddelde en dit per partij per persoon. Gelukkig heeft de interne competitie geen consequenties voor de ego-rating. Kortom om half elf kan het licht uit in de speelzaal en iedereen is vroeg thuis, want het is morgen vroeg dag.
In 1996 speelde ik mijn laatste correspondentiepartij in de hoofdklasse van de NBC. De opkomst van de computer, en daardoor het gebruik ervan, bij het analyseren van stellingen, maakte dat het spel niet zo interessant meer was om het op deze manier te spelen. Soms zat je dagen naar een stelling te kijken en de tegenstander antwoordde binnen een dag. Sterker nog, het antwoord was al binnen voordat je terug kwam van de brievenbus waar je de zet op de bus had gedaan. Officieel was het verboden om een computer te gebruiken maar wie controleerde dat? Een volgende keer zal een greep doen uit deze partijen, want daar zitten ook wel aardige potjes bij.
Omdat er zoveel respons is op de zaterdageditie, de anekdotes en partijen stromen binnen, kan de redactie niet kiezen vandaar dat ik in mijn eigen partijenverzameling gedoken ben, en ziehier het ultieme passieve Dame offer.
Vandaar dat ik besloot om in 1997 weer normaal bordschaak te gaan spelen en wel bij s.v. de Baronie in Breda. De Baronie speelde indertijd in de levensschool aan de Beemd en had zo rond de 80 senior leden en er waren op elke dinsdagavond altijd wel zo’n 60 aanwezig. Stipt half 8 werd er begonnen er werd met de hand ingedeeld en iedereen die aanwezig was had een partij. Aanwezigheid werd beloond. Het speeltempo was 2 uur per persoon per partij plus een half uur voor de rest van de partij.
De opening is Konings-Indisch, een van de mooiste openingen van het schaakspel en zwart staat beter. Zwart staat voor een keuze, de zaak dichtgooien, een wit stuk toelaten op b6 en de b-lijn verdedigen of een pion te offeren. Zwart besluit tot een pionoffer daarna een stukoffer en dan het passieve Dame offer. Schaak met ballen men moet het maar durven.
Om 10 over half een stapte ik in de auto en 21 De3 had ik gezien en 26 Lxe2 ook, maar het werd niet gespeeld.
Goed weggekomen en thuis ver na middernacht,
ik deed de deur open, heel zacht.
Hans Ree op mijn nachtkastje, wat een gratie wat een kracht,
Kon de slaap maar niet vatten, het maalde in mijn hoofd…. Tb8.
Een goed weekend en een Prettige Pinksteren.