Na een lange vakantie en een vrije ronde toog ons dartele viertal verkwikt aan het werk om ook dit jaar de klok in triomf naar Roosendaal te brengen. Drie Torens was de enige club die we een punt hebben kunnen ontfutselen toen we enkele jaren geleden per abuis in de eredivisie beland waren, dus de stemming zat er bij voorbaat goed in. We konden het ons zelfs veroorloven om ons ratingkanon Dré af te vaardigen naar Hoogeveen en Suus voor een aanzienlijke transfersom ter beschikkin g te stellen aan het C-team.
Door een wonderlijke speling van het lot werd op drie borden de Engelse opening gespeeld. Alleen Jacques voerde een eigen onafhankelijkheidsstrijd door Schots te spelen. Hij gunde zijn tegenstander (en zichzelf) geen rochade en viel langs drie kanten de stelling binnen: 1-0. Captain Hans voerde zijn partij standvastig tot remise als een Queen Mum in haar 63e dienstjaar en was na de partij zo vriendelijk om zijn tegenstander uit te leggen waar die de winst gemist had. 1 ½ – ½. So far, so good.
Het is bekend, dat de vaardigheden die wij als kind aanleren (veters strikken, letters schrijven – eerst los en dan aan elkaar, klokkijken) bij gevorderde ouderdom ons in omgekeerde volgorde ontglippen. Nico bereikte een geheide remisestelling, maar ging geruisloos door zijn vlag. Jammer, maar niets aan de hand. Aan het vierde bord echter kwam een zeker Eitje totaal gewonnen te staan, had na een verkeerde ruil nog ruimschoots remise, maar was het klokkijken verleerd : 1 ½ – 2 ½.
Maar veters strikken kunnen we nog als de beste…
RSG D – Drie Torens B 1 ½ – 2 ½
Ben Cartens