Na de derde ronde van de avondcompetitie wacht het E-team nog steeds op de eerste overwinning. Hoewel we vooraf wisten dat Bart, Pieter, Pierre en Rob het zwaar zouden krijgen tegen het veel sterker geachte Bergse viertal, hebben we toch knap tegenstand geboden. Tijdens de autorit naar bergen op Zoom verwachte Pieter nog dat we alle vier in no-time van het bord geveegd zouden worden, maar niets bleek minder waar. Pierre zorgde voor de grootste sensatie door op bord drie Alexander van ’t Hoff met een nederlaag naar huis te sturen. Pierre mocht dan ook zaterdagmiddag zijn broodjes dik beleggen met krabsalade, terwijl Bart, Pieter en Rob met enkele korrels hagelslag genoegen moesten nemen. Van ’t Hoff rekende er vast op dat hij snel klaar zou zijn met een tegenstander die een extra bordje nodig had om goed te kunnen volgen welke capriolen de pionnen en overige stukken uit gingen halen. Maar Pierre liet zich niet van de wijs brengen en schaakte in zijn eigen tempo. Naar mate de partij langer duurde en Pierre er niet alleen in slaagde om zijn verdediging gesloten te houden, maar ook met behulp van twee open lijnen de koningsstelling van de Bergse schaker onder druk te zetten, nam de nervositeit bij zijn tegenstander toe. In verloren positie bood de in tijdnood verkerende Van ’t Hoff remise aan, maar Pierre liet zich niet foppen en schaakte verder. Na 40 zetten bekeek de Bergenaar de stelling nog eens op zijn gemak, maar Pierre wist op dat moment al dat hij met twee torens op de open f-lijn simpel de trekker kon overhalen. Toch weigerde hij om Van ’t Hoff direct mat te zetten. Immers als je tijdens de interne competitie vaak het onderspit moet delven, is enig leedvermaak tijdens de avondcompetitie toch te rechtvaardigen. Pierre liet hem nog enkele minuten zweten tot zijn opponent uiteindelijk zijn uitzichtloze stelling erkende en Pierre de hand schudde. Op bord vier was Rob te licht voor Robert Kunst. Hij verloor na zes zetten een centrumpion en twaalf zetten later een paard. Toch slaagde Rob erin om de aanvallen van zijn tegenstander af te slaan. Na het verlies van zijn dame in de 22e restte hem niets anders dan zijn nederlaag ruiterlijk toe te geven. Bart en Pieter, spelend op de eerste twee borden, boden ondanks het grootste verschil in rating met hun tegenstanders (300 en 500 punten) lange tijd goed tegenstand. Pieter zag mogelijkheden door twee stukken te ruilen tegen een pion en een toren, maar dit brak hem uiteindelijk toch op. Het verlies van een kwaliteit, na bijna twee uur schaken, werd Bart fataal.
T | BSV B | 1464 | RSG E | 1084 | 3 | 1 | vr 13 nov |
1. | Piet Bruys | 1523 | Bart van Oosterhout | 1255 | 1 | 0 | |
2. | Henry Groenveld | 1674 | Pieter de Nijs | 1130 | 1 | 0 | |
3. | Alexander van ’t Hoff | 1011 | Pierre Bol | 0 | 1 | ||
4. | Robert Kunst | 1649 | Rob Verbeek | 866 | 1 | 0 |