Op 5 mei dit jaar bestaat het Roosendaalsch Schaak Genootschap 20 jaar. In die 20 jaar zijn het RSG veel leden ontvallen. Als Genootschap kunnen en mogen we de grondleggers van het Genootschap natuurlijk niet vergeten. Mannengebroeders wier namen in ons collectief geheugen staan gegrift.
Afgelopen donderdag, 21 maart, zou Hr. Kuijstermans, Louis voor intimi, 67 jaar geworden zijn. Louis werd lid van het RSG in het jaar van de oprichting. Het spel van Louis was heel kenmerkend. Vaak zeer voorzichtig en soms erg agressief. Bij Louis was het vaak de dood of de gladiolen.
Na zijn “vervroegde pensionering”, op 54-jarige leeftijd, begon hij aan zijn openingsrepertoire te werken, kocht hij regelmatig schaakboeken en las hij veel over Fischer. Zij speciale aandacht had de ruilvariant van het Spaans.
Secretaris, penningmeester en teamleider hij deed het met verve en verder was hij een zeer verdienstelijk speler van Team RSG. In de verslagen van het RSG komen we de naam van Louis regelmatig tegen, zo ook in onderstaand verslag van de thuiswedstrijd tegen het derde van de Baronie in de zaterdag competitie jaargang 2007-2008.
Na de partij ontstond de discussie of de toenmalige teamcaptain van het RSG een speler op zou stellen met deze opening keuze. Junior was er, in het volgend verslag, zeer uitgesproken over:
“Gelukkig stond Louis, direct na de opening gewonnen. Men aanschouwe en huiver.
Na een wat ongebruikelijke openingsopzet van zwart staat wit goed en we hebben allebei pas 2 zetten gedaan. Onze teamcaptain had het duidelijk moeilijk in het maken van zijn keuzes. Was dit een vooropgezet plan? Tuinde hij er met beide beentjes in? Neen, voorwaar neen, hij speelde de juiste zetten. Aanvallen is dan het devies. Ja, dat kan, want wat zegt de tegenstander eigenlijk? Welke signalen geeft hij? Klare taal:
1 ik ga niet met pionnen in het centrum staan
2 Rokeren doe ik niet meer en
3 ik ontwikkel geen stukken.
Antischaak. Waarvan akte, op de eerst daaropvolgende clubavond is het in de preambule duidelijk aangegeven, hakken en in een handomdraai weerleggen. De Rokade is een mogelijke zet met de koning en kan in veel gevallen handig, of zelfs nuttig zijn.
De Rokade beslist niet willen spelen was voorbehouden aan Steinitz c.s. die mordicus tegen de invoering van die regel waren, die speelden het zo, maar ook niet in grote toernooien, neen Heer, zelfs die kennis is na 150 jaar doorgesijpeld naar de 2de klasse van de N.B.S.B.
Reïncarnatie, bedenk ik mezelf, die ziel zou zich volstrekt belachelijk maken door de onzin van de zetten niet in te zien. Tijdelijk geïnfecteerd door een kwaadaardig openingsvirus probeer ik opnieuw, maar nee met wit speelt de man exact dezelfde zetten.
De pion naar f3 en de Koning naar f2 op zet 2. Natuurlijk alles is speelbaar, maar dit is, helemaal niks. Het zou verboden moeten worden, maar waar bemoei ik mezelf mee of tegen, zal het op bord misschien ooit wel eens keer weerleggen.” Tot zover uit jaargang nr. 6.
Louis heeft 3 jaar van zijn gouden handdruk mogen/kunnen genieten, dat is weinig, dat is godsgruwelijk weinig tijd. Gelukkig heeft men zelf er geen weet van. Gevonden worden door de buurman tussen de gladiolen. De nabestaanden gedenken.
Overigens behoort het tot de mogelijkheden dat de speler van deze opening, 13 april a.s. meespeelt met het zaterdagteam de Baronie 4. Hopelijk speelt hij nog steeds hetzelfde systeem dan hebben we al een punt. Nog 7 te gaan.
Uiteindelijk won Louis deze partij, maar we zouden hem tekort doen door alleen een stuk van deze partij van hem te laten zien. Vandaar een partij uit een andere jaargang die Louis speelde in de avondcompetitie als speler van het RSG.
Hr. Domenie, zijn tegenstander in deze partij, speelde tegen Senior, in een andere competitie, een ongelijk lopereindspel, onder protest uit en verloor. “Want, dat was altijd remise, zelfs met 2 pionnen minder ”, naar zijn bescheiden mening. De man die tegen Junior’s Koningsgambiet aanliep met hetzelfde resultaat en nu aantrad tegen Louis.
Zichtbaar genietend van de hem in de schoot geworpen winst kwam Louis achter het bord vandaan, en met een glaasje rode wijn in zijn hand sprak hij lovend over de tegenstander. Deze keer was het een typisch geval van: “Foutje, bedankt.”
Genoten nog een prettig weekend.