Zoals bekend vormde een opera de aanleiding tot de onafhankelijkheid van België. Onlangs leek een songfestival de instorting van het Koninkrijk der Nederlanden te bezegelen. Mijns inziens duidt dat op een verschil in niveau, maar ook wanneer sommigen denken dat de wereld vergaat, kun je nog steeds gewoon een goede partij schaken.
Vorig jaar bestond de Nederlandse Schaakbond 150 jaar. Om dit te vieren werden Nederlandse clubs uitgenodigd om “iets “te doen met het thema “Schaken zonder grenzen”. Wij hebben toen samen met De Raadsheer een interland georganiseerd in Zundert, een plezierige match tegen de spelers van Brasschaat. Die match eindigde in een gelijkspel. De beker hebben wij ruimhartig meegegeven naar België onder de plechtige belofte dat we hem weer terug zouden komen halen. Op 11 mei vond de returnmatch plaats.
De aanmeldingen aan Nederlandse kant vielen dit jaar wat tegen, zodat we moesten schuiven met de deelnemers. Enige Nederlanders die bij Brasschaat spelen, werden alsnog tot vertegenwoordigers van hun vaderland omgekat. Zoiets was vorig jaar ook het geval (toen was de oprechte verzekering dat je van Belgisch bier houdt voldoende om voor Brasschaat uit te komen). Het tekent de sfeer dat niemand daar moeilijk over doet.
Wij werden vorstelijk ontvangen: uitstekende accommodatie, een ruim assortiment broodjes, gratis koffie, fris en bier. Van dit laatste hebben wij – geheel tegen de Nederlandse landsaard in – niet eens grof misbruik gemaakt.
Toen de partijen startten kwam er snel tekening in de strijd. Dat wil zeggen: enkelen van ons werden vlot van het bord geveegd. De verslagenen koesterden zich in het lentezonnetje en verklaarden desgevraagd dat dit verlies een bewuste keuze was om zo de medespelers tot een topprestatie te dwingen. Er bestaat al een theorie van de remmende voorsprong, dus dan moet dit wel de theorie van de accelererende achterstand zijn, want inderdaad keerden de kansen, gingen we lange tijd gelijk op en trokken wij in de eindspurt aan het langste eind. Daarbij moet worden vermeld dat 2 ½ punten werden binnengebracht door de omgekatte Nederlanders-in-Belgische-dienst-die-toch-voor-Nederland-speelden aan bord 2 tot en met 4.
De beker schittert thans in De Veestallen en zal op een nauwkeurig te bepalen moment verhuizen naar Zundert, in afwachting van de volgende interland.
Een zeer speciale vermelding verdient Cesar de Cock die op 98-jarige leeftijd zijn laatste partij speelde (een prima remise) en daarna nog geruime tijd de andere partijen aandachtig volgde. Op mij maakte hij de indruk dat er misschien nog wel een paar laatste partijen komen. Een indrukwekkend voorbeeld voor allen!
De volledige uitslag is met enige moeite gereconstrueerd (de Nederlanders hadden wit aan de oneven borden).
Brasschaat RSG / De Raadsheer
1 Jan de Weerd – Niek Oostvogels 1/2 – 1/2
2 Guy Baete – Angelique vd Graaf 0 – 1
3 Bas Leyssens – Oliver de Hert 1/2 – 1/2
4 Dave Remijsen – André vd Graaf 0 – 1
5 Willy Verleye – Marc Naalden 1 – 0
6 Wilfried Gys – Johan Goorden 1 – 0
7 Marc Verstrepen – Ted van Eck 0 – 1
8 Dirk Heyman – Jos van Ginneken 1 – 0
9 Geert Heyman – Jacques Smits 1 – 0
10 Pol Laporte – Jan Vriends 0 – 1
11 Koen van Deynse – Nico Kloosterboer 0 – 1
12 Dirk Tegenbosch – Willem de Kort 0 – 1
13 Paul Jacobs – Ben Cartens 1 – 0
14 Maarten de Raedemaeker – Hans Ravestein 1 – 0
15 Leo Geylen – Henk van Houten 1/2 – 1/2
16 Johan Vanonckelen – Glenn Jacobs 0 – 1
17 Leo Vinck – Viktor Boekestijn 0 – 1
18 Cees Boersma – Roel van Bezouw 0 – 1
19 Jan de Cap – Sylvester Aartsen 1 – 0
20 Cesar de Cock – Marjolein 1/2 – 1/2
9 – 11