Een blik in mijn database wees uit dat wij vorig jaar 2 -2 speelden tegen Baronie. Er was dus duidelijk ruimte voor verbetering en onze spelers vlogen er dan ook fors in: Kopman Jacques speelde Hollands (onder de nieuwe regering verplicht lesmateriaal in het primair onderwijs, staande te spelen) en kwam goed te staan. André (volgens een gezaghebbend nieuwsblad “foutloos”) sloeg het middenspel over en belandde met een pluspion in het eindspel. De teamcaptain bracht wat finesses aan in de Najdorf en won materiaal. Aan het vierde bord keek Zekerheidje vanaf de derde zet tegen een hem onbekende en tweesnijdende stelling aan, waarin hij wat later tenminste twee keer verloren stond, dus alles liep zoals gebruikelijk en een flinke zege lag in het verschiet.
Echter: Hier trad een karakterologische zwakte aan het licht, waar in de komende trainingsstages flink aan gewerkt zal moeten worden door de psycholoog van dienst. In de wetenschap, dat de sluitpost aan het vierde bord er staat als het teambelang dat vereist, sluipt er bij de anderen al snel gemakzucht in het spel. De bar lonkt immers, het was weer een lange dag en misschien is er nog iets op TV. De gunstige prognoses konden dan ook snel de prullenbak in: Jacques slaagde erin de enige zet te vinden die zijn stelling onmiddellijk om zeep hielp. André en Hans lieten onder verwijzing naar de klok en naar theoretische uitzonderingen in hypothetische eindspelen hun partijen in remise verzanden.
Slechts de nimmer versagende sluitpost aan het vierde bord wist op kracht en souplesse een handjevol pionnen te verorberen en kon de enige zege van de avond noteren: weer 2 -2.
Een alleszins toonbaar resultaat waarmee wij hoog in de middenmoot kunnen eindigen. Voor het komend seizoen staat herovering van de beker op de agenda. De trainingsschema’s liggen bij de respectievelijke echtgenotes ter goedkeuring. Met name het “verwenarrangement” van drie weken op de Maladiven schijnt nog vragen op te roepen.
RSG C – Baronie D
- RSG A – De Baronie A
- RSG D – Oisterwijk A