Excuses zijn er te over: de speellocatie voldeed niet aan de door Fide gestelde eisen. De vloer kraakte, het espressomachine sputterde, het licht was onvoldoende en de V-snaar van een pacemaker slipte hoorbaar. Twee spelers die samen minstens goed zijn voor een half punt ontbraken, maar dan nog…
Waar is de tijd dat in het voorjaar de burgemeester zijn ambtsketen ging poetsen, de fanfare er wat extra repetities tegenaan gooide en dat Maxima al weken met blosjes van opwinding liep, omdat ze onze captain alweer een lauwerkrans mocht gaan omhangen? Dat we in heel West-Brabant soeverein heersten en zelden een halfje weggaven? Dat onze combinatie van kracht en souplesse de tegenstander ademloos van bewondering achterliet?
Tja kinderen, dat is verdomde lang geleden. De droeve restanten van dit team traden aan tegen Rode Lopers en het werd geen succes.
Voorheen zekerheidje speelde aan het vierde bord de Koekenbakkersvariant van het Caro-Kann en kreeg vijf zetten lang de kans om een stuk te winnen, maar zag daarvan af. In plaats daarvan stapelde hij op pionverlies direct verlies van een stuk en streek de vlag. Nico had zich aan het tweede bord in een Hollandse partij geheel vastgezet en verloor een stuk en de partij.
Naar later bleek was onze captain in zijn eentje verantwoordelijk voor de hele teamscore. Hij speelde een solide remise in een lange Siciliaanse partij, die uitmondde in een gesloten stelling waarin voor niemand meer eer te behalen was. Ook Jacques onttrok zich aan de malaise, niet door de uitslag, maar wel door de kwaliteit van de partij die met wederzijdse offers en tijdnood van beiden lang in (dynamisch) evenwicht leek maar uiteindelijk toch verloren ging.
Captain, ik zie ruimte voor verbetering. Als de robotisering toch voortschrijdt, kunnen we dan niet vier Fritzen opstellen? Die drinken minder en je kunt het geluid uitzetten. En dat wij gewoon gaan koersballen?
RSG C – Rode Lopers ½ – 3½
- Intern (16-10-2017)
- RSG A- ’t Paardje A 3½ – ½