In mijnen wederspoet

Vaak word ik op straat aangeklampt en vraagt men mij: “Waarin ligt toch het succes besloten van RSG C?”. Natuurlijk is dit een vraag die op ieders lippen brandt en zonder nu meteen alles prijs te geven repliceer ik dan minzaam: “In het motorblok”. Deze term is onlangs nog gekaapt bij de vorming van het kabinet Shell 1, maar de oorsprong ligt toch echt bij het RSG. Onze motor ligt soms voorin, soms achterin, soms in het midden en soms wat verspreid. Je gaat het pas zien als je het doorhebt.
In de aanloop naar het volksfeest van pepernoot en marsepein wist het E-team van de Stukkenjagers alle wegblokkades van pro- en anti-Pieten te omzeilen en veilig de Veestallen te bereiken. Ampi’s koffiemachine was nog maar net op temperatuur of het eerste punt werd al genoteerd: Zekerheidje, wiens enige Zekerheid op totale onvoorspelbaarheid berust, herhaalde een grove fout van enkele partijen eerder en stond snel twee stukken achter. Ratingkanon André, speciaal gemobiliseerd vanuit de veenkoloniën kreeg op de 11e zet een dame in de schoot geworpen en daarmee was de stand alweer gelijk.
Dit gaf de aanwezigen ruimschoots de tijd om de resterende partijen te bekijken en vooral om te beraadslagen wat een passende boetedoening voor Zekerheidje zou zijn. Aan dit discours nam het hele café met opmerkelijk enthousiasme deel. De meest publicabele optie was nog, dat hij getransfereerd wordt naar de damesbiljartclub, maar het is de vraag of de jaarvergadering zal instemmen met de contributieverhoging die nodig zal zijn om in de bijbehorende bruidsschat te voorzien.
Ondertussen knutselden onze middenborden voort aan hun partij. Suus, een voorbeeldig representant van de Gewone Nederlander kwam onder het zachtjes neuriën van het Wilhelmus langzaamaan steeds beter te staan en leek de hoek voor het uitzoeken te krijgen. Jacques had samen met zijn tegenstander besloten dat het schaken eigenlijk alleen om veld h5 draait, dus daar richtten beide spelers alle energie op – met voorbijgaan van overwegingen betreffende de veiligheid van een koning of zoiets sufs. Een uurtje later leek alles anders. Jacques had een kwaliteit en een handje pionnen meegepikt in een zeer ingewikkelde stelling, Suus leek zich ter hoogte van het 10e couplet (u weet wel: “Niets doet my meer erbarmen In mijnen wederspoet”…)toch te verslikken in de stelling, maar kreeg plotseling een toren cadeau.
Geheel conform de Sinterklaasgedachte schonk Jacques zijn tegenstander daarna – op aanwijzing van de captain – een remise in gewonnen stelling, waarna met rode konen overgegaan werd tot traditionele samenzang en het uitwisselen van surprises.
2 ½ – 1 ½ en weer een dragelijke positie op de ranglijst!
Ben Cartens (vanuit de zak)