Ons thuishonk De Veestallen was afgeplakt en gecapitonneerd met het oog op de bloedige strijd tegen Middelburg 1. Misschien speelde ook Carnaval en de daarbij vrijkomende lichaamssappen en alcoholica een rol in de bescherming van het interieur.
De speelzaal was warm genoeg en met het oog op de benodigde ellebogentolerantie waren de tafels iets anders ingedeeld dan anders: een rij tafels voor de borden 1 tot en met 3 en een rij voor de borden 4 tot en met 8. Of het door deze indeling kwam, door aardstraling, een geheim chemisch wapen (novitsjok op de klokken?) of door andere duistere factoren, het verschil tussen beide rijen bleek stuitend.
Middelburg stond zaterdagochtend samen met RSG aan de leiding, evenveel matchpunten en slechts een half bordpunt meer. Al misten wij Marc en Nico, op papier waren de teams gelijkwaardig, dus we rekenden op een scherpe, gelijk opgaande strijd. Aan de eerste borden kweten onze spelers zich voorbeeldig van hun taak. Jan moest vroegtijdig in remise berusten vanwege fysiek malheur, maar Arco speelde aan bord twee een dynamische partij die laat in de middag in een (plus)remise eindigde en Ted veroverde materiaal en tikte in het verre eindspel secuur het punt binnen.
Tot zover het goede nieuws.
Bovenstaande scores vielen toen het drama zich al voltrokken had. Aan de lagere borden was het een ravage. De stelling van Hans stortte in op h6, die van mij op h3, Suus vergat bij een ruil terug te ruilen, de partij van André ging langzaam verloren en alleen Jacques wist ondanks materiaalverlies nog lang partij te bieden, maar moest uiteindelijk ook capituleren.
RSG 1 – Middelburg 1 2-6
Ons past nederigheid.